Johannes-Passion BWV 245
Nederlandse vertaling [Dutch Translation]
Johannes Passie BWV 245 |
Gebeurtenis: Goede Vrijdag |
Erster Teil |
Deel 1 |
Originele Duitse tekst [Original German Text] |
Nederlandse vertaling [Dutch Translation] |
1 [1]. Coro |
1 [1]. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Herr, unser Herrscher, dessen Ruhm
In allen Landen herrlich ist!
Zeig uns durch deine Passion,
Dass du, der wahre Gottessohn,
Zu aller Zeit,
Auch in der größten Niedrigkeit,
Verherrlicht worden bist! |
Heer, onze heerser, wiens roem
in alle landen heerlijk is!
Toon ons door uw lijden
dat u, de ware Zoon van God,
altijd,
zelfs in de grootste vernedering,
verheerlijkt bent. |
|
2 a [2]. Recitativo [Tenor, Bass] |
2 a [2]. Recitatief [T, B) Johannes 18:1-8 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Jesus ging mit seinen Jüngern über den Bach Kidron, da war ein Garten, darein ging Jesus und seine Jünger. Judas aber, der ihn verriet, wusste den Ort auch, denn Jesus versammlete sich oft daselbst mit seinen Jüngern. Da nun Judas zu sich hatte genommen die Schar und der Hohenpriester und Pharisäer Diener, kommt er dahin mit Fackeln, Lampen und mit Waffen. Als nun Jesus wusste alles, was ihm begegnen sollte, ging er hinaus und sprach zu ihnen: |
Evangelist:
Jezus stak met zijn discipelen de beek Kidron over. Daar was een hof, waar Jezus binnenging met zijn discipelen. En Judas, zijn verrader, kende die plaats ook, want Jezus kwam daar vaak samen met zijn discipelen. Nu had Judas een troep soldaten meegenomen en dienaren van de hogepriesters en de farizeeërs, en daar kwam hij, met fakkels, lampen en met wapens. En Jezus, die alles wist wat er met hem zou gebeuren, liep naar hen toe en zei tegen hen: |
Jesus:
Wen suchet ihr? |
Jezus:
Wie zoeken jullie? |
Evangelist:
Sie antworteten ihm: |
Evangelist:
Zij antwoordden: |
|
2b [3]. Coro |
2b [3]. Koor |
Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Jesum von Nazareth. |
Jezus van Nazareth. |
|
2c [4]. Recitativo [Tenor, Bass] |
2c [4]. Recitatief (T, B) |
Continuo |
Evangelist:
Jesus spricht zu ihnen: |
Evangelist:
Jezus zei tegen hen: |
Jesus:
Ich bin's. |
Jezus:
Dat ben ik. |
Evangelist:
Judas aber, der ihn verriet, stund auch bei ihnen.
Als nun Jesus zu ihnen sprach: Ich bin's, wichen sie zurücke und fielen zu Boden. Da fragete er sie abermal: |
Evangelist:
En Judas, zijn verrader, stond ook bij hen. Toen nu Jezus tegen hen zei: 'Dat ben ik,' deinsden zij terug en vielen op de grond. Toen vroeg hij weer: |
Jesus:
Wen suchet ihr? |
Jezus:
Wie zoeken jullie? |
Evangelist:
Sie aber sprachen: |
Evangelist:
En zij zeiden: |
|
2d [5]. Coro |
2d [5]. Koor |
Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Jesum von Nazareth. |
Jezus van Nazareth. |
|
2e [6]. Recitativo [Tenor, Bass] |
2e [6]. Recitatief (T, B) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Jesus antwortete: |
Evangelist:
Jezus antwoordde: |
Jesus:
Ich hab's euch gesagt, dass ich's sei, suchet ihr denn mich, so lasset diese gehen! |
Jezus:
Ik heb jullie gezegd dat ik dat was. Als jullie mij zoeken, laat hen dan gaan. |
|
3 [7]. Choral |
3 [7]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I e Violino I col Soprano, Oboe II e Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
O große Lieb, o Lieb ohn alle Maße,
Die dich gebracht auf diese Marterstraße
Ich lebte mit der Welt in Lust und Freuden,
Und du musst leiden. |
O grote liefde, o onmetelijke liefde,
die u op deze martelweg heeft gebracht!
Ik leefde met de wereld in lust en vreugde
en u moet lijden. |
|
4 [8]. Recitativo [Tenor, Bass] |
4 [8]. Recitaties (T, B) Johannes 18:9-11 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Auf dass das Wort erfüllet würde, welches er sagte:
Ich habe der keine verloren, die du mir gegeben hast. Da hatte Simon Petrus ein Schwert und zog es aus und schlug nach des Hohenpriesters Knecht und hieb ihm sein recht Ohr ab; und der Knecht hieß Malchus. Da sprach Jesus zu Petro: |
Evangelist:
Opdat het woord vervuld zou worden dat hij had gesproken: 'Ik heb niemand verloren van hen die u mij hebt gegeven.' Nu had Simon Petrus een zwaard, hij trok dat en sloeg naar de knecht van de hogepriester en hakte diens rechteroor af; en die knecht heette Malchus. Toen zei Jezus tegen Petrus: |
Jesus:
Stecke dein Schwert in die Scheide! Soll ich den Kelch nicht trinken, den mir mein Vater gegeben hat? |
Jezus:
Steek je zwaard in zijn schede! Moet ik de beker niet drinken die mijn vader mij heeft gegeven? |
|
5 [9]. Choral |
5 [9]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I/II e Violino I col Soprano, Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Dein Will gescheh, Herr Gott, zugleich
Auf Erden wie im Himmelreich.
Gib uns Geduld in Leidenszeit,
Gehorsam sein in Lieb und Leid;
Wehr und steur allem Fleisch und Blut,
Das wider deinen Willen tut! |
Uw wil geschiede, God, zowel
op aarde als in het hemelrijk.
Geef ons geduld in lijdenstijd,
gehoorzaamheid in lief en leed;
bestrijd en stuit alle vlees en bloed
dat tegen uw wil ingaat. |
|
6 [10]. Recitativo [Tenor] |
6 [10]. Recitatief (T) Johannes 18:12-14 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Die Schar aber und der Oberhauptmann und die Diener der Jüden nahmen Jesum und bunden ihn und führeten ihn aufs erste zu Hannas, der war Kaiphas Schwäher, welcher des Jahres Hoherpriester war. Es war aber Kaiphas, der den Jüden riet, es wäre gut, dass ein Mensch würde umbracht für das Volk. |
Evangelist:
En de troep soldaten en hun aanvoerder en de dienaren van de Joden grepen Jezus en boeiden hem en brachten hem eerst naar Annas, de schoonvader van Kajafas, die dat jaar hogepriester was. En het was Kajafas die de Joden had voorgehouden dat het goed zou zijn als één mens om het leven werd gebracht voor het hele volk. |
|
7 [11]. Aria [Alt] |
7. Aria (A) |
Oboe I/II, Organo, Continuo |
Von den Stricken meiner Sünden
Mich zu entbinden,
Wird mein Heil gebunden.
Mich von allen Lasterbeulen
Völlig zu heilen,
Läßt er sich verwunden. |
Om mij van de strikken
van mijn zonden te bevrijden
wordt mijn Heil geboeid.
Om mij van alle zondebuilen
volkomen te genezen
laat hij zich verwonden. |
|
8 [12]. Recitativo [Tenor] |
8 [12]. Recitatief (T) Johannes 18:15 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Simon Petrus aber folgete Jesu nach und ein ander Jünger. |
Evangelist:
En Simon Petrus volgde Jezus, en ook een andere discipel. |
|
9 [13]. Aria [Sopran] |
9 [13]. Aria (S) |
Flauto traverso I/II, Organo, Continuo |
Ich folge dir gleichfalls mit freudigen Schritten
Und lasse dich nicht,
Mein Leben, mein Licht.
Befördre den Lauf
Und höre nicht auf,
Selbst an mir zu ziehen, zu schieben, zu bitten. |
Ik volg u eveneens met verheugde stappen
en ik laat u niet los,
mijn leven, mijn licht.
Ondersteun mijn schreden
en houd niet op
zelf aan mij te trekken, te duwen, te vragen. |
|
10 [14]. Recitativo [Tenor I, Sopran, Bass I, Bass II, Tenor II] |
10 [14]. Recitatief (T 1, S, B 1, B 2, T 2) Johannes 18:15-23 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Derselbige Jünger war dem Hohenpriester bekannt und ging mit Jesu hinein in des Hohenpriesters Palast. Petrus aber stund draußen für der Tür. Da ging der andere Jünger, der dem Hohenpriester bekannt war, hinaus und redete mit der Türhüterin und führete Petrum hinein.
Da sprach die Magd, die Türhüterin, zu Petro: |
Evangelist:
Deze discipel was een bekende van de hogepriester en hij ging met Jezus het paleis van de hogepriester binnen. En Petrus bleef buiten bij de poort staan. Toen kwam de andere discipel, de bekende van de hogepriester, naar buiten en hij praatte met de portierster en nam Petrus mee naar de binnenplaats. Toen zei het dienstmeisje dat de poort bewaakte tegen Petrus: |
Magd:
Bist du nicht dieses Menschen Jünger einer? |
Dienstmeisje:
Ben jij niet een van de discipelen van die man? |
Evangelist:
Er sprach: |
Evangelist:
Hij zei: |
Petrus:
Ich bin's nicht. |
Petrus:
Dat ben ik niet. |
Evangelist:
Es stunden aber die Knechte und Diener und hatten ein Kohlfeu'r gemacht (denn es war kalt) und wärmeten sich. Petrus aber stund bei ihnen und wärmete sich. Aber der Hohepriester fragte Jesum um seine Jünger und um seine Lehre. Jesus antwortete ihm: |
Evangelist:
De knechten en dienaren die daar stonden hadden een kolenvuur gemaakt, want het was koud, en zij warmden zich. En Petrus stond bij hen en ook hij warmde zich. En de hogepriester ondervroeg Jezus over zijn dien over zijn leer. Jezus antwoordde: |
Jesus:
Ich habe frei, öffentlich geredet für der Welt. Ich habe allezeit gelehret in der Schule und in dem Tempel, da alle Jüden zusammenkommen, und habe nichts im Verborgnen geredt. Was fragest du mich darum? Frage die darum, die gehöret haben, was ich zu ihnen geredet habe! Siehe, dieselbigen wissen, was ich gesaget habe. |
Jezus:
Ik heb vrijuit en in het openbaar voor de wereld gesproken. Ik heb voortdurend onderwezen in de synagoge en in de tempel, waar alle Joden samenkomen, en ik heb niets in het geheim gezegd. Waarom vraagt u mij dit? Vraag het aan hen die gehoord hebben wat ik tot hen heb gesproken. Zij weten wat ik gezegd heb. |
Evangelist:
Als er aber solches redete, gab der Diener einer, die dabeistunden, Jesu einen Backenstreich und sprach: |
Evangelist:
En toen hij dat zei, gaf een van de dienaren die erbij stonden Jezus een klap in zijn gezicht en zei: |
Diener:
Solltest du dem Hohenpriester also antworten? |
Dienaar:
Zo praat je niet tegen de hogepriester! |
Evangelist:
Jesus aber antwortete: |
Evangelist:
En Jezus antwoordde: |
Jesus:
Hab ich übel geredt, so beweise es, dass es böse sei, hab ich aber recht geredt, was schlägest du mich? |
Jezus:
Als ik iets verkeerds heb gezegd, bewijs dan dat het slecht was. Maar als het goed was wat ik zei, waarom sla je me dan? |
|
11 [15]. Choral |
11 [15]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I/II e Violino col Soprano, Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Wer hat dich so geschlagen,
Mein Heil, und dich mit Plagen
So übel zugericht'?
Du bist ja nicht ein Sünder
Wie wir und unsre Kinder,
Von Missetaten weißt du nicht. |
Wie heeft u zo geslagen,
mijn Heil, en u met klappen
zo toegetakeld?
U bent toch geen zondaar
zoals wij en onze kinderen,
van misdaden weet u niets. |
Ich, ich und meine Sünden,
Die sich wie Körnlein finden
Des Sandes an dem Meer,
Die haben dir erreget
Das Elend, das dich schläget,
Und das betrübte Marterheer. |
Ik, ik en mijn zonden,
waarvan er zoveel zijn
als korrels zand bij de zee,
die zijn de oorzaak
van de ellende die u treft
en het bedroefde leger martelaren. |
|
12a [16]. Recitativo [Tenor] |
12a [16]. Recitatief (T) Johannes 18:24-27 [+ Matthäus 26:75] |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Und Hannas sandte ihn gebunden zu dem Hohenpriester Kaiphas. Simon Petrus stund und wärmete sich, da sprachen sie zu ihm: |
Evangelist:
En Annas stuurde hem geboeid naar hogepriester Kajafas. Petrus stond zich te warmen, en ze zeiden tegen hem: |
|
12b [17]. Coro |
12b [17]. Koor |
Flauto traverso I/II e Oboe I e Violino I col Soprano, Oboe II e Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Bist du nicht seiner Jünger einer? |
Ben jij niet één van zijn discipelen? |
|
12c [18]. Recitativo [Tenor I, Bass, Tenor II] |
12c [18]. Recitatiies (T 1, B, T 2) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Er leugnete aber und sprach: |
Evangelist:
Hij ontkende het en zei: |
Petrus:
Ich bin's nicht. |
Petrus:
Dat ben ik niet. |
Evangelist:
Spricht des Hohenpriesters Knecht' einer, ein Gefreundter des, dem Petrus das Ohr abgehauen hatte: |
Evangelist:
Toen zei een van de knechten van de hogepriester, een familielid van degene van wie Petrus het oor had afgehakt |
Diener:
Sahe ich dich nicht im Garten bei ihm? |
Dienaar:
Heb ik jou niet bij hem in de hof gezien? |
Evangelist:
Da verleugnete Petrus abermal, und alsobald krähete der Hahn. Da gedachte Petrus an die Worte Jesu und ging hinaus und weinete bitterlich. |
Evangelist:
Toen ontkende Petrus het opnieuw, en meteen kraaide de haan. Toen herinnerde Petrus zich de woorden van Jezus en hij ging de poort uit en huilde bitter. |
|
13 [19]. Aria [Tenor] |
13 [19]. Aria (T) |
Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Ach, mein Sinn,
Wo willt du endlich hin,
Wo soll ich mich erquicken?
Bleib ich hier,
Oder wünsch ich mir
Berg und Hügel auf den Rücken?
Bei der Welt ist gar kein Rat,
Und im Herzen
Stehn die Schmerzen
Meiner Missetat,
Weil der Knecht den Herrn verleugnet hat. |
Ach, waar moet
ik het toch zoeken,
waar vind ik troost?
Blijf ik hier
of wens ik
berg en heuvels op mijn rug?
De wereld kan mij echt niet helpen,
en in mijn hart zit de pijn
van mijn misdaad
omdat de knecht zijn Heer
heeft verloochend. |
|
14 [20]. Choral |
14 [20]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I e Violino I col Soprano, Oboe II e Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Petrus, der nicht denkt zurück,
Seinen Gott verneinet,
Der doch auf ein' ernsten Blick
Bitterlichen weinet.
Jesu, blicke mich auch an,
Wenn ich nicht will büßen;
Wenn ich Böses hab getan,
Rühre mein Gewissen! |
Petrus, die het zich niet herinnert
en zijn God verloochent,
maar die op een ernstige blik
bitter begint te huilen.
Jezus, kijk ook mij aan
als ik niet wil boeten,
als ik kwaad heb gedaan,
raak dan mijn geweten aan. |
|
Zweiter Teil |
Segunda parte |
Originele Duitse tekst [Original German Text] |
Nederlandse vertaling [Dutch Translation] |
15 [21]. Choral |
15 [21]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I e Violino I col Soprano, Oboe II e Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Christus, der uns selig macht,
Kein Bös' hat begangen,
Der ward für uns in der Nacht
Als ein Dieb gefangen,
Geführt für gottlose Leut
Und fälschlich verklaget,
Verlacht, verhöhnt und verspeit,
Wie denn die Schrift saget. |
Christus, die ons zalig maakt,
niets kwaads heeft gedaan,
die is voor ons in de nacht
als een dief gevangen,
voorgeleid aan goddeloze mensen
en vals beschuldigd,
uitgelachen, bespot en bespuwd,
zoals de Schrift zegt. |
|
16a [22]. Recitativo [Tenor, Bass] |
16a [22]. Recitatif (T, B) Johannes 18:28-36 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Da führeten sie Jesum von Kaiphas vor das Richthaus, und es war frühe. Und sie gingen nicht in das Richthaus, auf dass sie nicht unrein würden, sondern Ostern essen möchten. Da ging Pilatus zu ihnen heraus und sprach: |
Evangelist:
Toen brachten ze Jezus van Kajafas naar het gerechtsgebouw, en het was vroeg. En ze gingen het gerechtsgebouw niet binnen om niet onrein te worden maar het paasmaal te kunnen eten. En Pilatus kwam naar buiten en zei: |
Pilatus:
Was bringet ihr für Klage wider diesen Menschen? |
Pilatus:
Waarvan beschuldigen jullie deze mens? |
Evangelist:
Sie antworteten und sprachen zu ihm: |
Evangelist:
Zij antwoordden: |
|
16b [23]. Coro |
16b [23]. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Wäre dieser nicht ein Übeltäter, wir hätten dir ihn nicht überantwortet. |
Als hij geen misdadiger was, hadden we hem niet aan u overgeleverd. |
|
16c [24]. Recitativo [Tenor, Bass] |
16c [24]. Recitatiif (T, B) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Da sprach Pilatus zu ihnen: |
Evangelist:
Toen zei Pilatus: |
Pilatus:
So nehmet ihr ihn hin und richtet ihn nach eurem Gesetze! |
Pilatus:
Neem hem dan mee en berecht hem volgens jullie eigen wet! |
Evangelist:
Da sprachen die Jüden zu ihm: |
Evangelist:
Toen zeiden de Joden: |
|
16d [25]. Coro |
16d [25]. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Wir dürfen niemand töten. |
Wij mogen niemand doden. |
|
16e [26]. Recitativo [Tenor, Bass I, Bass II] |
16e [26]. Recitatiief (T, B 1, B 2) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Auf dass erfüllet würde das Wort Jesu, welches er sagte, da er deutete, welches Todes er sterben würde. Da ging Pilatus wieder hinein in das Richthaus und rief Jesu und sprach zu ihm: |
Evangelist:
Opdat vervuld zou worden het woord van Jezus toen hij voorspelde welke dood hij zou sterven. Toen ging Pilatus het gerechtsgebouw weer in en riep Jezus en zei tegen hem: |
Pilatus:
Bist du der Jüden König? |
Pilatus:
Bent u de koning der Joden? |
Evangelist:
Jesus antwortete: |
Evangelist:
Jezus antwoordde: |
Jesus:
Redest du das von dir selbst, oder haben's dir andere von mir gesagte |
Jezus:
Zegt u dat uit uzelf of hebben anderen dat over mij gezegd? |
Evangelist:
Pilatus antwortete: |
Evangelist:
Pilatus antwoordde: |
Pilatus:
Bin ich ein Jüde? Dein Volk und die Hohenpriester haben dich mir überantwortet; was hast du getan? |
Pilatus:
Ben ik soms een Jood? Uw volk en de hogepriesters hebben u aan mij overgeleverd; wat hebt u gedaan? |
Evangelist:
Jesus antwortete: |
Evangelist:
Jezus antwoordde: |
Jesus:
Mein Reich ist nicht von dieser Welt; wäre mein Reich von dieser Welt, meine Dienwürden darob kämpfen, dass ich den Jüden nicht überantwortet würde; aber nun ist mein Reich nicht von dannen. |
Jezus:
Mijn rijk is niet van deze wereld. Als mijn rijk van deze wereld was, zouden mijn dienaren ervoor vechten dat ik niet aan de Joden werd overgeleverd; maar nu is mijn rijk niet van hier. |
|
17 [27]. Choral |
17 [27]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I e Violino I col Soprano, Oboe II e Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Ach großer König, groß zu allen Zeiten,
Wie kann ich gnugsam diese Treu ausbreiten?
Keins Menschen Herze mag indes ausdenken,
Was dir zu schenken. |
Ach, grote koning, groot in alle tijden,
hoe kan ik die trouw genoeg verbreiden?
Niemands hart kan bedenken
wat het u moet schenken. |
Ich kann's mit meinen Sinnen nicht erreichen,
Womit doch dein Erbarmen zu vergleichen.
Wie kann ich dir denn deine Liebestaten
Im Werk erstatten? |
Met mijn verstand weet ik niet
waarmee ik uw ontferming moet vergelijken.
Hoe kan ik uw liefdesdaden
met daden terugbetalen? |
|
18a [28]. Recitativo [Tenor, Bass I, Bass II] |
18a [28]. Recitatiief (T, B 1, B 2) Johannes 18:37 - 19:1 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Da sprach Pilatus zu ihm: |
Evangelist:
Toen zei Pilatus tegen hem: |
Pilatus:
So bist du dennoch ein König? |
Pilatus:
Bent u dan toch een koning? |
Evangelist:
Jesus antwortete: |
Evangelist:
Jezus antwoordde: |
Jesus:
Du sagst's, ich bin ein König. Ich bin dazu geboren und in die Welt kommen, dass ich die Wahrheit zeugen soll. Wer aus der Wahrheit ist, der höret meine Stimme. |
Jezus:
U zegt het, ik ben een koning. Ik ben geboren en in de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen. Wie uit de waarheid is, die hoort mijn stem. |
Evangelist:
Spricht Pilatus zu ihm: |
Evangelist:
Pilatus zei: |
Pilatus:
Was ist Wahrheit? |
Pilatus:
Wat is waarheid? |
Evangelist:
Und da er das gesaget, ging er wieder hinaus zu den Jüden und spricht zu ihnen: |
Evangelist:
En toen hij dat gezegd had, ging hij weer naar buiten naar de Joden en hij zei tegen hen: |
Pilatus:
Ich finde keine Schuld an ihm. Ihr habt aber eine Gewohnheit, dass ich euch einen losgebe; wollt ihr nun, dass ich euch der Jüden König losgebe? |
Pilatus:
Ik kan geen schuld in hem vinden. Maar jullie hebben een gewoonte dat ik [met Pasen] iemand vrijlaat; willen jullie nu dat ik de koning der Joden vrijlaat? |
Evangelist:
Da schrieen sie wieder allesamt und sprachen: |
Evangelist:
Toen begonnen ze weer allemaal te schreeuwen en ze riepen: |
|
18b [29]. Coro |
18b [29]. Koor |
Oboe II col Soprano, Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Flauto traverso I/II, Oboe I, Violino I, Organo, Continuo |
Nicht diesen, sondern Barrabam! |
Niet hem, maar Barabbas! |
|
18c [30]. Recitativo [Tenor] |
18c [30]. Recitatief (T) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Barrabas aber war ein Mörder. Da nahm Pilatus Jesum und geißelte ihn. |
Evangelist:
En Barabbas was een moordenaar. Toen nam Pilatus Jezus en geselde hem. |
|
19 [31]. Arioso [Bass] |
19 [31]. Arioso (B) |
Viola d'amore I/II, Liuto, Organo, Continuo |
Betrachte, meine Seel,
mit ängstlichem Vergnügen,
Mit bittrer Lust und halb beklemmtem Herzen
Dein höchstes Gut in Jesu Schmerzen,
Wie dir auf Dornen, so ihn stechen,
Die Himmelsschlüsselblumen blühn!
Du kannst viel süße Frucht
von seiner Wermut brechen
Drum sieh ohn Unterlass auf ihn! |
Aanschouw, mijn ziel,
met angstig genoegen,
met bittere lust en een half beklemd hart
hoe jouw hoogste goed in Jezus' smarten ligt, hoe
voor jou op de doornen die hem steken
de hemelsleutelbloemen bloeien!
Je kunt veel zoete vruchten
van zijn bitterheid plukken,
dus zie hem onafgebroken aan! |
|
20 [32]. Aria [Tenor] |
20 [32]. Aria (T) |
Viola d'amore I/II, Organo, Continuo |
Erwäge, wie sein blutgefärbter Rücken
In allen Stücken
Dem Himmel gleiche geht,
Daran, nachdem die Wasserwogen
Von unsrer Sündflut sich verzogen,
Der allerschönste Regenbogen
Als Gottes Gnadenzeichen steht! |
Overdenk hoe zijn met bloed gekleurde rug
in alle opzichten
op de hemel lijkt,
waaraan, nadat de golven
van onze zondvloed zijn verdwenen,
de allermooiste regenboog staat
als teken van Gods genade! |
|
21a [33]. Recitativo [Tenor] |
21a [33]. Recitatief (T) Johannes 19:2-12 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Und die Kriegsknechte flochten eine Krone von Dornen und satzten sie auf sein Haupt und legten ihm ein Purpurkleid an und sprachen: |
Evangelist:
En de soldaten vlochten een kroon van doornen en zetten die op zijn hoofd, en ze trokken hem een purperen mantel aan en zeiden: |
|
21b [34]. Coro |
21b [34]. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Sei gegrüßet, lieber Jüdenkönig! |
Wees gegroet, lieve Jodenkoning! |
|
21c [35]. Recitativo [Tenor, Bass] |
21c [35]. Recitativo [tenor y bajo] (Evangelist y Pilato) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Und gaben ihm Backenstreiche. Da ging Pilatus wieder heraus und sprach zu ihnen: |
Evangelist:
En ze sloegen hem in het gezicht. Toen ging Pilatus weer naar buiten en zei: |
Pilatus:
Sehet, ich führe ihn heraus zu euch, dass ihr erkennet, dass ich keine Schuld an ihm finde. |
Pilatus:
Kijk, ik breng hem nu naar buiten, zodat jullie zien dat ik geen schuld in hem kan vinden. |
Evangelist:
Also ging Jesus heraus und trug eine Dornenkrone und Purpurkleid. Und er sprach zu ihnen: |
Evangelist:
Dus kwam Jezus naar buiten en hij droeg een doornenkroon en een purperen mantel. En Pilatus zei tegen hen: |
Pilatus:
ehet, welch ein Mensch! |
Pilatus:
Kijk toch, wat een mens! |
Evangelist:
Da ihn die Hohenpriester und die Diener sahen, schrieen sie und sprachen: |
Evangelist:
Toen de hogepriesters en de dienaren hem zagen, schreeuwden ze: |
|
21d [36]. Coro |
21d [36]. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Kreuzige, kreuzige! |
Kruisigen, kruisigen! |
|
21e [37]. Recitativo [Tenor, Bass] |
21e [37]. Recitativo [tenor y bajo] (Evangelist y Pilato) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Pilatus sprach zu ihnen: |
Evangelist:
Pilatus zei tegen hen: |
Pilatus:
Nehmet ihr ihn hin und kreuziget ihn; denn ich finde keine Schuld an ihm! |
Pilatus:
Neem hem dan maar mee en kruisig hem; want ik kan geen schuld in hem vinden. |
Evangelist:
Die Jüden antworteten ihm: |
Evangelist:
De Joden antwoordden: |
|
21f [38]. Coro |
21f [38]. Koor |
Oboe I e Violino I col Soprano, Oboe II e Violino II coll' Alto, Flauto traverso I/II in octava e Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Wir haben ein Gesetz, und nach dem Gesetz soll er sterben; denn er hat sich selbst zu Gottes Sohn gemacht. |
Wij hebben een wet, en volgens die wet moet hij sterven. Want hij heeft zichzelf tot Gods zoon uitgeroepen. |
|
21g [39]. Recitativo [Tenor, Bass I, Bass II] |
21g [39]. Recitaties (T, B 1, B 2) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Da Pilatus das Wort hörete, fürchtet' er sich noch mehr und ging wieder hinein in das Richthaus und spricht zu Jesu: |
Evangelist:
Toen Pilatus dat hoorde, werd hij nog angstiger, en hij ging het gerechtsgebouw weer binnen en zei tegen Jezus: |
Pilatus:
Von wannen bist du? |
Pilatus:
Waar komt u vandaan? |
Evangelist:
Aber Jesus gab ihm keine Antwort. Da sprach Pilatus zu ihm: |
Evangelist:
Maar Jezus gaf geen antwoord. Toen zei Pilatus: |
Pilatus:
Redest du nicht mit mir ? Weißest du nicht, dass ich Macht habe, dich zu kreuzigen, und Macht habe, dich loszugehen ? |
Pilatus:
Praat u niet met mij? Weet u niet dat ik de macht heb u te laten kruisigen en de macht heb om u vrij te laten? |
Evangelist:
Jesus antwortete: |
Evangelist:
Jezus antwoordde: |
Jesus:
Du hättest keine Macht über mich, wenn sie dir nicht wäre von oben herab gegeben; darum, der mich dir überantwortet hat, der hat's größ're Sünde. |
Jezus:
U zou geen macht over mij hebben als die niet van bovenaf aan u was gegeven; daarom begaat degene die mij aan u heeft overgeleverd een grotere zonde. |
Evangelist:
Von dem an trachtete Pilatus, wie er ihn losließe. |
Evangelist:
Vanaf dat moment probeerde Pilatus hem vrij te laten. |
|
22 [40]. Choral |
22 [40]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I/II e Violino I col Soprano, Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn,
Muß uns die Freiheit kommen;
Dein Kerker ist der Gnadenthron,
Die Freistatt aller Frommen;
Denn gingst du nicht die Knechtschaft ein,
Müßt unsre Knechtschaft ewig sein. |
Door uw gevangens, zoon van God,
moeten wij de vrijheid krijgen;
uw kerker is de genadetroon,
de vrijplaats voor alle vromen;
want als u de slavernij niet had aanvaard,
zou onze slavernij eeuwig moeten zijn. |
|
23a [41]. Recitativo [Tenor] |
23a [41]. Recitatief (T) Johannes 19:12-17 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Die Jüden aber schrieen und sprachen: |
Evangelist:
Maar de Joden riepen: |
|
23b [42]. Coro |
23b [42]. Koor |
Oboe e Violino I col Soprano, Oboe d'amore e Violino II coll' Alto, Flauto traverso I/II in octava e Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Lässest du diesen los, so bist du des Kaisers Freund nicht; denn wer sich zum Könige machet, der ist wider den Kaiser. |
Als u deze man vrijlaat, bent u geen vriend van de keizer; want wie zichzelf tot koning uitroept, die is tegen de keizer. |
|
23c [43]. Recitativo [Tenor, Bass] |
23c [43]. Recitativo [tenor y bajo] (Evangelist y Pilato) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Da Pilatus das Wort hörete, führete er Jesum heraus und satzte sich auf den Richtstuhl, an der Stätte, die da heißet: Hochpflaster, auf Ebräisch aber: Gabbatha. Es war aber der Rüsttag in Ostern um die sechste Stunde, und er spricht zu den Jüden: |
Evangelist:
Toen Pilatus die woorden hoorde, bracht hij Jezus naar buiten en ging zitten op de rechterstoel, op de plaats die Hoogterras heet, in het Hebreeuws Gabbatha. En het was de voorbereidingsdag voor Pasen, rond het zesde uur, en hij zei tegen de Joden: |
Pilatus:
Sehet, das ist euer König! |
Pilatus:
Kijk, dit is jullie koning. |
Evangelist:
Sie schrieen aber: |
Evangelist:
Maar zij schreeuwden: |
|
23d [44]. Coro |
23d [44]. Koor |
Oboe I col Soprano, Oboe d'amore coll' Alto, Flauto traverso I/II in octava col Tenore, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Weg, weg mit dem, kreuzige ihn! |
Weg, weg met hem, kruisig hem! |
|
23e [45]. Recitativo [Tenor, Bass] |
23e [45]. Recitativo [tenor y bajo] (Evangelist y Pilato) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Spricht Pilatus zu ihnen: |
Evangelist:
Pilatus zei tegen hen: |
Pilatus:
Soll ich euren König kreuzigen? |
Pilatus:
Moet ik jullie koning kruisigen? |
Evangelist:
Die Hohenpriester antworteten: |
Evangelist:
De hogepriesters antwoordden: |
|
23f [46]. Coro |
23f [46]. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe e Violino I, Oboe d'amore e Violino II, Viola, Organo, Continuo |
Wir haben keinen König denn den Kaiser. |
Wij hebben geen koning, alleen de keizer. |
|
23g [47]. Recitativo [Tenor] |
23g [47]. Recitatief (T) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Da überantwortete er ihn, dass er gekreuziget würde.
Sie nahmen aber Jesum und führeten ihn hin. Und er trug sein Kreuz und ging hinaus zur Stätte, die da heißet Schädelstätt, welche heißet auf Ebräisch: Golgatha. |
Evangelist:
Toen leverde hij hem over om hem te laten kruisigen. En ze grepen Jezus en namen hem mee. En hij droeg zijn kruis en liep naar de plaats die Schedelplaats heet, in het Hebreeuws Golgotha. |
|
24 [48]. Aria [Bass e Coro] |
24 [48]. Aria (B) & Koor |
Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Eilt, ihr angefochtnen Seelen,
Geht aus euren Marterhöhlen,
Eilt - Wohin? - nach Golgatha!
Nehmet an des Glaubens Flügel,
Flieht - Wohin? - zum Kreuzeshügel,
Eure Wohlfahrt blüht allda! |
Haast je, beproefde zielen,
verlaat je martelkelders,
haast je - waarheen? - naar Golgotha.
Gord aan de vleugels van het geloof,
vlucht - waarheen? - naar de kruisheuvel,
daar kunnen jullie gedijen. |
|
25a [49]. Recitativo [Tenor] |
25a [49]. Recitatief (T) Johannes 19:18-22 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Allda kreuzigten sie ihn, und mit ihm zween andere zu beiden Seiten, Jesum aber mitten inne. Pilatus aber schrieb eine Überschrift und satzte sie auf das Kreuz, und war geschrieben: "Jesus von Nazareth, der Jüden König". Diese Überschrift lasen viel Jüden, denn die Stätte war nahe bei der Stadt, da Jesus gekreuziget ist. Und es war geschrieben auf ebräische, griechische und lateinische Sprache. Da sprachen die Hohenpriester der Jüden zu Pilato: |
Evangelist:
Daar kruisigden ze hem, en met hem twee anderen aan weerszijden, en Jezus in het midden. En Pilatus had een opschrift laten maken dat hij op het kruis liet bevestigen, en er stond: 'Jezus van Nazareth. Koning der Joden'. Dat opschrift lazen veel Joden, want de plaats waar Jezus gekruisigd was, was dichtbij de stad. En het stond er in het Hebreeuws, het Grieks en het Latijn. Toen zeiden de hogepriesters van de Joden tegen Pilatus: |
|
25b [50]. Coro |
25b [50]. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Schreibe nicht: der Jüden König, sondern dass er gesaget habe: Ich bin der Jüden König. |
Schrijf niet 'Koning der Joden', maar dat hij gezégd heeft: 'Ik ben de koning der Joden'. |
|
25c [51]. Recitativo [Tenor, Bass] |
25c [51]. Recitativo [tenor y bajo] (Evangelist y Pilato) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Pilatus antwortet: |
Evangelist:
Pilatus antwoordde: |
Pilatus:
Was ich geschrieben habe, das habe ich geschrieben. |
Pilatus:
Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven. |
|
26 [52]. Choral |
26 [52]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I/II e Violino I col Soprano, Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
In meines Herzens Grunde
Dein Nam und Kreuz allein
Funkelt all Zeit und Stunde,
Drauf kann ich fröhlich sein.
Erschein mir in dem Bilde
Zu Trost in meiner Not,
Wie du, Herr Christ, so milde
Dich hast geblut' zu Tod! |
Op de bodem van mijn hart
zijn het uw naam en uw kruis alleen
die altijd en elk uur fonkelen,
daar kan ik blij om zijn.
Laat het beeld in mij verschijnen
tot troost in mijn ellende
van hoe u, Christus,
zo mild bent doodgebloed. |
|
27a [53]. Recitativo [Tenor] |
27a [53]. Recitatief (T) Johannes 19:23-27 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Die Kriegsknechte aber, da sie Jesum gekreuziget hatten, nahmen seine Kleider und machten vier Teile, einem jeglichen Kriegesknechte sein Teil, dazu auch den Rock. Der Rock aber war ungenähet, von oben an gewürket durch und durch. Da sprachen sie untereinander: |
Evangelist:
En toen de soldaten Jezus hadden gekruisigd, namen ze zijn kleren en verdeelden ze in vieren, voor elke soldaat een deel, en ook het onderkleed. Maar het onderkleed was zonder naad, van bovenaf aan één stuk geweven. Toen zeiden ze tegen elkaar: |
|
27b [54]. Coro |
27b [54]. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe I, Oboe d'amore, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Lasset uns den nicht zerteilen, sondern darum losen, wes er sein soll. |
Laten we dat niet scheuren, maar erom loten wie het krijgt. |
|
27c [55]. Recitativo [Tenor, Bass] |
27c [55]. Recitatief (T, B) |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Auf dass erfüllet würde die Schrift, die da saget:
Sie haben meine Kleider unter sich geteilet und haben über meinen Rock das Los geworfen, Solches taten die Kriegesknechte. Es stund aber bei dem Kreuze Jesu seine Mutter und seiner Mutter Schwester, Maria, Kleophas Weib, und Maria Magdalena. Da nun Jesus seine Mutter sahe und den Jünger dabei stehen, den er lieb hatte, spricht er zu seiner Mutter: |
Evangelist:
Opdat de Schrift vervuld zou worden, die zegt: 'Zij hebben mijn kleren onder elkaar verdeeld en over mijn kleed hebben ze het lot geworpen.' Dat deden de soldaten. En bij het kruis stonden zijn moeder en de zus van zijn moeder, Maria de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. Toen nu Jezus zijn moeder zag en naast haar de discipel die hij liefhad, zei hij tegen zijn moeder: |
Jesus:
Weib, siehe, das ist dein Sohn! |
Jezus:
Vrouw, kijk, dat is je zoon. |
Evangelist:
Darnach spricht er zu dem Jünger: |
Evangelist:
Daarna zei hij tegen de discipel: |
Jesus:
Siehe, das ist deine Mutter! |
Jezus:
Kijk, dat is je moeder. |
|
28 [56]. Choral |
28 [56]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I/II e Violino I col Soprano, Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Er nahm alles wohl in acht
In der letzten Stunde,
Seine Mutter noch bedacht,
Setzt ihr ein' Vormunde.
O Mensch, mache Richtigkeit,
Gott und Menschen liebe,
Stirb darauf ohn alles Leid,
Und dich nicht betrübe! |
Hij zorgde voor alles
in zijn laatste uur.
Hij dacht nog aan zijn moeder,
gaf haar een voogd.
O mens, stel orde op zaken,
heb God en de mensen lief,
sterf daarna zonder enig leed,
en wees niet bedroefd! |
|
29 [57]. Recitativo [Tenor, Bass] |
29 [57]. Recitatief (T, B) Johannes 19:27-30 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Und von San nahm sie der Jünger zu sich.
Darnach, als Jesus wusste, dass schon alles vollbracht war, dass die Schrift erfüllet würde, spricht er: |
Evangelist:
En vanaf dat moment nam de discipel haar bij zich. Daarna, toen Jezus wist dat alles al volbracht was, zei hij, opdat de Schrift vervuld zou worden: |
Jesus:
Mich dürstet! |
Jezus:
Ik heb dorst. |
Evangelist:
Da stund ein Gefäße voll Essigs. Sie fülleten aber einen Schwamm mit Essig und legten ihn um einen Isopen, und hielten es ihm dar zum Munde. Da nun Jesus den Essig genommen hatte, sprach er: |
Evangelist:
Er stond daar een vat met zure wijn. En ze drenkten een spons in de zure wijn en staken die op een hysoptak en hielden die voor zijn mond. En toen Jezus de zure wijn had genomen, zei hij: |
Jesus:
Es ist vollbracht! |
Jezus:
Het is volbracht. |
|
30 [58]. Aria [Alt] |
30 [58]. Aria (A) |
Violino I/II, Viola, Viola da gamba, Organo, Continuo |
Es ist vollbracht!
O Trost vor die gekränkten Seelen!
Die Trauernacht
Läßt nun die letzte Stunde zählen.
Der Held aus Juda siegt mit Macht
Und schließt den Kampf.
Es ist vollbracht! |
Het is volbracht!
O troost voor de gekwetste zielen.
De droeve nacht
telt nu haar laatste uur.
De held uit Juda wint met macht
en beslecht de strijd.
Het is volbracht! |
|
31 [59]. Recitativo [Tenor] |
31 [59]. Recitatief (T) Johannes 19:30 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Und neiget das Haupt und verschied. |
Evangelist:
En hij boog het hoofd en stierf. |
|
32 [60]. Aria [Bass e Coro] |
32 [60]. Aria (B) & Koraal |
Organo, Continuo |
Mein teurer Heiland, lass dich fragen,
Jesu, der du warest tot,
Da du nunmehr ans Kreuz geschlagen
Und selbst gesagt: Es ist vollbracht,
Lebest nun ohn Ende,
Bin ich vom Sterben frei gemacht?
In der letzten Todesnot
Nirgend mich hinwende
Kann ich durch deine Pein und Sterben
Das Himmelreich ererben?
Ist aller Welt Erlösung da?
Als zu dir, der mich versühnt,
O du lieber Herre!
Du kannst vor Schmerzen zwar nichts sagen;
Gib mir nur, was du verdient,
Doch neigest du das Haupt
Und sprichst stillschweigend: ja.
Mehr ich nicht begehre! |
Mijn dierbare Heiland, mag ik vragen,
Jezus, u die dood was,
nu u aan het kruis bent genageld
en zelf hebt gezegd: Het is volbracht,
leeft nu eeuwig,
ben ik nu van het sterven bevrijd?
in mijn laatste doodsnood
richt ik mij nergens anders op
Kan ik door uw pijn en uw dood
het hemelrijk erven?
Is er nu verlossing voor iedereen?
dan op u, die mij verzoent,
o mijn dierbare Heiland!
U kunt van pijn weliswaar niets zeggen,
Geef mij slechts wat u hebt verdiend,
maar u buigt het hoofd
en zegt stilzwijgend: Ja.
meer verlang ik niet. |
|
33 [61]. Recitativo [Tenor] |
33 [61]. Recitatief (T) Matthäus 27:51-52 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Und siehe da, der Vorhang im Tempel zerriss in zwei Stück von oben an bis unten aus. Und die Erde erbebete, und die Felsen zerrissen, und die Gräber täten sich auf, und stunden auf viel Leiber der Heiligen. |
Evangelist:
En kijk, het gordijn in de tempel scheurde in tweeën, van boven naar beneden. En de aarde beefde, en de rotsen spleten, en de graven gingen open, en veel lichamen van de heiligen stonden op. |
|
34 [62]. Arioso [Tenor] |
34 [62]. Arioso (T) |
Flauto traverso I/II, Oboe da caccia I/II, Violino I/II, Viola, Organo, Continuo |
Mein Herz, in dem die ganze Welt
Bei Jesu Leiden gleichfalls leidet,
Die Sonne sich in Trauer kleidet,
Der Vorhang reißt, der Fels zerfällt,
Die Erde bebt, die Gräber spalten,
Weil sie den Schöpfer sehn erkalten,
Was willst du deines Ortes tun? |
Mijn hart, nu de hele wereld
met Jezus' lijden meelijdt,
nu de zon rouwkleding aantrekt,
het gordijn scheurt, de rots uiteenvalt,
de aarde beeft, de graven splijten
omdat ze de Schepper zien verstijven,
wat wil jij op jouw plaats doen? |
|
35 [63]. Aria [Sopran] |
35 [63]. Aria (S) |
Flauto traverso I/II, Oboe da caccia I/II, Organo, Continuo |
Zerfließe, mein Herze, in Fluten der Zähren
Dem Höchsten zu Ehren!
Erzähle der Welt und dem Himmel die Not:
Dein Jesus ist tot! |
Smelt weg, mijn hart, in stromen van tranen,
tot eer van de Allerhoogste!
Klaag de wereld en de hemel je nood:
Jouw Jezus is dood! |
|
36 [64]. Recitativo [Tenor] |
36 [64]. Recitatief (T) Johannes 19:31-37 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Die Jüden aber, dieweil es der Rüsttag war, dass nicht die Leichname am Kreuze blieben den Sabbat über (denn desselbigen Sabbats Tag war sehr groß), baten sie Pilatum, dass ihre Beine gebrochen und sie abgenommen würden. Da kamen die Kriegsknechte und brachen dem ersten die Beine und dem andern, der mit ihm gekreuziget war. Als sie aber zu Jesu kamen, da sie sahen, dass er schon gestorben war, brachen sie ihm die Beine nicht; sondern der Kriegsknechte einer eröffnete seine Seite mit einem Speer, und alsobald ging Blut und Wasser heraus. Und der das gesehen hat, der hat es bezeuget, und sein Zeugnis ist wahr, und derselbige weiß, dass er die Wahrheit saget, auf dass ihr gläubet. Denn solches ist geschehen, auf dass die Schrift erfüllet würde: "Ihr sollet ihm kein Bein zerbrechen". Und abermal spricht eine andere Schrift: "Sie werden sehen, in welchen sie gestochen haben". |
Evangelist:
En de Joden, omdat het de voorbereidingsdag voor Pasen was en ze niet wilden dat de lichamen op de sabbat aan het kruis bleven hangen (want deze sabbat was een grote dag), vroegen Pilatus of hun benen gebroken konden worden en ze van het kruis konden worden gehaald. Toen kwamen de soldaten en die braken de benen van de eerste en van de andere die met hem gekruisigd was. Maar toen ze bij Jezus kwamen, zagen ze dat hij al gestorven was en braken ze zijn benen niet, maar een van de soldaten stak in zijn zij met een speer, en meteen liep er bloed en water uit. En hij die het gezien heeft, heeft ervan getuigd, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat u gelooft. Want dit is gebeurd opdat de Schrifttekst 'Jullie zullen hem geen been breken', zou worden vervuld: En ook zegt een andere tekst: 'Ze zullen zien in wie ze hebben gestoken.' |
|
37 [65]. Choral |
37 [65]. Koraal |
Flauto traverso I/II e Oboe I/II e Violino I col Soprano, Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
O hilf, Christe, Gottes Sohn,
Durch dein bitter Leiden,
Dass wir dir stets untertan
All Untugend meiden,
Deinen Tod und sein Ursach
Fruchtbarlich bedenken,
Dafür, wiewohl arm und schwach,
Dir Dankopfer schenken! |
O help, Christus, Zoon van God,
met uw bittere lijden
dat wij u altijd gehoorzamen,
alle ondeugd mijden,
uw dood en de oorzaak daarvan
met vrucht overdenken,
en u daarvoor, hoewel arm en zwak,
dankoffers schenken! |
|
38 [66]. Recitativo [Tenor] |
38 [66]. Recitatief (T) Johannes 19:38-42 |
Organo, Continuo |
Evangelist:
Darnach bat Pilatum Joseph von Arimathia, der ein Jünger Jesu war (doch heimlich aus Furcht vor den Jüden), dass er möchte abnehmen den Leichnam Jesu. Und Pilatus erlaubete es. Derowegen kam er und nahm den Leichnam Jesu herab. Es kam aber auch Nikodemus, der vormals bei der Nacht zu Jesu kommen war, und brachte Myrrhen und Aloen untereinander, bei hundert Pfunden. Da nahmen sie den Leichnam Jesu und bunden ihn in Leinen Tücher mit Spezereien, wie die Jüden pflegen zu begraben. Es war aber an der Stätte, da er gekreuziget ward, ein Garten, und im Garten ein neu Grab, in welches niemand je geleget war. Daselbst hin legten sie Jesum, um des Rüsttags willen der Jüden, dieweil das Grab nahe war. |
Evangelist:
Daarna vroeg Jozef van Arimathea, die een volgeling van Jezus was (maar in het geheim, uit vrees voor de Joden), aan Pilatus of hij het lichaam van Jezus van het kruis mocht halen. En Pilatus stond het toe. Hij ging er dus heen en haalde het lichaam van Jezus van het kruis. En ook Nicodemus, die ooit 's nachts bij Jezus was gekomen, ging erheen, en hij had een mengsel van mirre en aloë bij zich, wel honderd pond. Ze namen het lichaam van Jezus en wikkelden het in linnen doeken met specerijen, zoals de Joden dat doen als ze iemand begraven. Dichtbij de plek waar hij gekruisigd was, was een hof, en in die hof was een nieuw graf, waar nog niemand in had gelegen. Daar legden ze Jezus in, ter wille van de voorbereidingsdag van de Joden, omdat dat graf dichtbij was. |
|
39 [67]. Coro |
39 [67]. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe I/II, Violino I/II, Viola, O, Continuo |
Ruht wohl, ihr heiligen Gebeine,
Die ich nun weiter nicht beweine,
Ruht wohl und bringt auch mich zur Ruh! |
Rust zacht, heilige beenderen,
die ik nu niet blijf bewenen,
rust zacht en breng ook mij tot rust. |
Das Grab, so euch bestimmet ist
Und ferner keine Not umschließt,
Macht mir den Himmel auf und schließt die Hölle zu. |
Het graf, dat voor jullie bestemd is
en nu geen nood meer kent,
opent voor mij de hemel en sluit de hel. |
|
40 [68]. Choral |
40 [68]. Koraal |
Flauto traverso I e Oboe I e Violino I col Soprano, Flauto traverso II e Oboe II e Violino II coll' Alto, Viola col Tenore, Organo, Continuo |
Ach Herr, lass dein lieb Engelein
Am letzten End die Seele mein
In Abrahams Schoß tragen,
Den Leib in seim Schlafkämmerlein
Gar sanft ohn eigne Qual und Pein
Ruhn bis am jüngsten Tage!
Alsdenn vom Tod erwecke mich,
Dass meine Augen sehen dich
In aller Freud, o Gottes Sohn,
Mein Heiland und Genadenthron!
Herr Jesu Christ, erhöre mich,
Ich will dich preisen ewiglich! |
Ach Heer, laten uw lieve engeltjes
aan het eind van mijn leven mijn ziel
naar Abrahams schoot brengen,
laat mijn lichaam in zijn slaapkamertje
heel zacht en zonder enige smart en pijn
rusten tot de Jongste Dag!
Wek mij dan op uit de dood,
opdat mijn ogen u zien
in alle vreugde, o Zoon van God,
mijn Heiland en genadetroon!
Jezus Christus, verhoor mij, verhoor mij,
ik wil u eeuwig prijzen. |
|
|
Nederlandse vertaling: Ria van Hengel |
Contributed by Eduard van Hengel (August 2019) |