Cantata BWV 45
Es ist dir gesagt, Mensch, was gut ist
Nederlandse vertaling [Dutch Translation]
Cantate BWV 45 - Er is u gezegd, mens, wat goed is |
Gebeurtenis: 8e Zondag na Trinitatis |
Originele Duitse tekst [Original German Text] |
Nederlandse vertaling [Dutch Translation] |
Erster Teil |
Deel 1 |
1. Coro |
1. Koor |
Flauto traverso I/II, Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Continuo |
Es ist dir gesagt, Mensch, was gut ist und was der Herr von dir fordert, nämlich: Gottes Wort halten und Liebe üben und demütig sein vor deinem Gott. |
"Er is u gezegd, mens, wat goed is en wat de Heer van u verlangt, namelijk: u aan Gods woord houden en liefde betonen en ootmoedig zijn voor uw God." |
|
2. Recitativo T |
2. Recitatief (T) |
Continuo |
Der Höchste lässt mich seinen Willen wissen
Und was ihm wohlgefällt;
Er hat sein Wort zur Richtschnur dargestellt,
Wornach mein Fuß soll sein geflissen
Allzeit einherzugehn
Mit Furcht, mit Demut und mit Liebe
Als Proben des Gehorsams, den ich übe,
Um als ein treuer Knecht dereinsten zu bestehn. |
De Allerhoogste laat mij weten wat Zijn wil is
en wat Hem welgevallig is;
Hij heeft Zijn woord tot richtsnoer gemaakt,
waarlangs mijn voet ijverig
altijd moet gaan
met ontzag, met ootmoed en met liefde
als proeve van de gehoorzaamheid, die ik betoon
om mij eens als een getrouwe knecht te bewijzen. |
|
3. Aria T |
3. Aria (T) |
Violino I/II, Viola, Continuo |
Weiß ich Gottes Rechte,
Was ist's, das mir helfen kann,
Wenn er mir als seinem Knechte
Fordert scharfe Rechnung an.
Seele, denke dich zu retten,
Auf Gehorsam folget Lohn;
Qual und Hohn
Drohet deinem Übertreten! |
Wanneer ik weet wat Gods rechten zijn,
wat kan mij dan helpen,
wanneer Hij mij als Zijn knecht
streng ter verantwoording roept.
Ziel, wees erop bedacht je in veiligheid te brengen;
op gehoorzaamheid volgt beloning;
smart en smaad
dreigen wanneer je Zijn geboden overtreedt. |
|
Zweiter Teil |
Deel 1 |
4. Arioso B |
4. Arioso (B) |
Violino I/II, Viola, Continuo |
Es werden viele zu mir sagen an jenem Tage: Herr, Herr, haben wir nicht in deinem Namen geweissaget, haben wir nicht in deinem Namen Teufel ausgetrieben, haben wir nicht in deinem Namen viel Taten getan? Denn werde ich ihnen bekennen: Ich habe euch noch nie erkannt, weichet alle von mir, ihr Übeltäter! |
"Velen zullen op die dag tot Mij zeggen: Heer, hebben wij niet in Uw naam geprofeteerd, hebben wij niet in Uw naam duivels uitgedreven? Hebben wij niet in Uw naam veel daden verricht? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend, gaat allen weg van Mij, gij boosdoeners!" |
|
5. Aria A |
5. Aria (A) |
Flauto traverso I, Continuo |
Wer Gott bekennt
Aus wahrem Herzensgrund,
Den will er auch bekennen.
Denn der muss ewig brennen,
Der einzig mit dem Mund
Ihn Herren nennt. |
Wie God erkent
uit de grond van zijn hart,
die wil Hij ook erkennen.
Want hij moet eeuwig branden,
die alleen met zijn mond
Hem Heer noemt. |
|
6. Recitativo A |
6. Recitatief (A) |
Continuo |
So wird denn Herz und Mund selbst von mir Richter sein,
Und Gott will mir den Lohn nach meinem Sinn erteilen:
Trifft nun mein Wandel nicht nach seinen Worten ein,
Wer will hernach der Seelen Schaden heilen?
Was mach ich mir denn selber Hindernis?
Des Herren Wille muss geschehen,
Doch ist sein Beistand auch gewiss,
Dass er sein Werk durch mich mög wohl vollendet sehen. |
Zo zullen dan mijn eigen hart en mond rechter over mij zijn
en God zal mij het loon geven dat bij mijn instelling past.
Wanneer nu mijn levenswandel niet overeenkomstig Zijn woord is,
wie zal hierna de schade aan mijn ziel herstellen?
Waarom zorg ik dan zelf voor moeilijkheden?
De wil van de Heer moet geschieden,
maar hij zal er ook zeker bij helpen
dat Zijn werk door mij wordt voltooid. |
|
7. Choral |
7. Koraal |
Flauto traverso I/II, Oboe I/II, Violino I col Soprano, Violino II coll'Alto, Viola col Tenore, Continuo |
Gib, dass ich tu mit Fleiß,
Was mir zu tun gebühret,
Worzu mich dein Befehl
In meinem Stande führet!
Gib, dass ichs tue bald,
Zu der Zeit, da ich soll;
Und wenn ich's tu, so gib,
Dass es gerate wohl! |
Geef, dat ik met ijver volbreng
wat ik behoor te doen,
waartoe Uw bevel mij
- voor zover ik daartoe in staat ben - opdracht geeft!
Geef, dat ik het spoedig volbreng,
op het moment, dat ik het moet doen;
en wanneer ik het doe, geef dan,
dat het mij mag lukken! |
|
|
Nederlandse vertaling: Henk Pijlman |
Contributed by Eduard van Hengel (August 2019) |