Cantata BWV 187
Es wartet alles auf dich
Dutch Translation
Cantate BWV 187 - Zij allen wachten op U |
Gebeurtenis: 7e Zondag na Trinitatis |
|
Original German Text |
|
Dutch Translation |
|
Erster Teil |
|
Eerste Deel |
1 |
Coro |
1 |
Koor [s, a, t, b] |
|
Oboe I/II, Violino I/II, Viola, Continuo |
|
|
|
Es wartet alles auf dich, dass du ihnen Speise gebest zu seiner Zeit. Wenn du ihnen gibest, so sammlen sie, wenn du deine Hand auftust, so werden sie mit Güte gesättiget. |
|
"Zij allen wachten op U,
dat Gij hun spijze geeft te rechter tijd.
Geeft Gij hun die, zij zamelen op;
opent Gij Uw hand,
zij worden met goed verzadigd". (Psalm 104:27-28) |
|
|
|
|
2 |
Recitativo B |
2 |
Recitatief [bas] |
|
Continuo |
|
|
|
Was Kreaturen hält
Das große Rund der Welt!
Schau doch die Berge an, da sie bei tausend gehen;
Was zeuget nicht die Flut? Es wimmeln Ström und Seen.
Der Vögel großes Heer
Zieht durch die Luft zu Feld.
Wer nähret solche Zahl,
Und wer
Vermag ihr wohl die Notdurft abzugeben?
Kann irgendein Monarch nach solcher Ehre streben?
Zahlt aller Erden Gold
Ihr wohl ein einig Mal? |
|
Wat een scheppingen bevat
het grote rond der aarde!
Zie toch naar de bergen, waarvan er wel duizend zijn;
wat brengt de vloed niet voort?
Het wemelt van rivieren en meren.
De grote schare vogels
trekt door de lucht naar het veld.
Wie voedt zo'n aantal,
en wie kan hun wel geven wat zij nodig hebben?
Kan enig vorst naar zo'n eer streven?
Is al het goud der aarde voldoende
om voor hen één enkele maaltijd te betalen? |
|
|
|
|
3 |
Aria A |
3 |
Aria [alt] |
|
Oboe I e Violino I all' unisono, Violino II, Viola, Continuo |
|
|
|
Du Herr, du krönst allein das Jahr mit deinem Gut.
Es träufet Fett und Segen
Auf deines Fußes Wegen,
Und deine Gnade ists, die allen Gutes tut. |
|
Gij Heer, Gij alleen kroont het jaar met Uw goed.
Overvloed en zegen druppelt
op de wegen die Uw voet gaat,
en Uw genade is het, die al het goede doet. |
|
|
|
|
|
Zweiter Teil |
|
Tweede Deel |
4 |
Aria B |
4 |
Aria [bas] |
|
Violino I/II all' unisono, Continuo |
|
|
|
Darum sollt ihr nicht sorgen noch sagen: Was werden wir essen, was werden wir trinken, womit werden wir uns kleiden? Nach solchem allen trachten die Heiden. Denn euer himmlischer Vater weiß, dass ihr dies alles bedürfet. |
|
"Maakt U daarom niet bezorgd, zeggende:
Wat zullen wij eten, wat zullen wij drinken,
waarmee zullen wij ons kleden?
Naar al zulke zaken streven de heidenen.
Want Uw hemelse Vader weet,
dat gij dit alles nodig hebt". (Mattheus 6:31-32) |
|
|
|
|
5 |
Aria S |
5 |
Aria [sopraan] |
|
Oboe solo, Continuo |
|
|
|
Gott versorget alles Leben,
Was hienieden Odem hegt.
Sollt er mir allein nicht geben,
Was er allen zugesagt?
Weicht, ihr Sorgen, seine Treue
Ist auch meiner eingedenk
Und wird ob mir täglich neue
Durch manch Vaterliebs Geschenk. |
|
God zorgt voor al het leven,
wat hier op aarde adem heeft.
Zou Hij slechts mij niet geven
wat Hij allen heeft beloofd?
Wijkt, gij zorgen, Zijn trouw
is ook mij indachtig
en wordt omwille van mij dagelijks vernieuwd
door menig liefdegeschenk van de Vader. |
|
|
|
|
6 |
Recitativo S |
6 |
Recitatief [sopraan] |
|
Violino I/II, Viola, Continuo |
|
|
|
Halt ich nur fest an ihm mit kindlichem Vertrauen
Und nehm mit Dankbarkeit, was er mir zugedacht,
So werd ich mich nie ohne Hülfe schauen,
Und wie er auch vor mich die Rechnung hab gemacht.
Das Grämen nützet nicht, die Mühe ist verloren,
Die das verzagte Herz um seine Notdurft nimmt;
Der ewig reiche Gott hat sich die Sorge auserkoren,
So weiß ich, dass er mir auch meinen Teil bestimmt. |
|
Wanneer ik mij maar aan Hem vasthoud,
met kinderlijk vertrouwen
en met dankbaarheid neem,
wat Hij mij heeft toebedacht,
dan zal ik ontdekken, dat ik nooit zonder hulp ben,
en hoe Hij ook voor mij de rekening heeft opgemaakt
Treuren helpt niet, de moeite die het moedeloze hart
voor zijn behoeften doet, is verloren moeite;
de eeuwig rijke God heeft die zorg op zich genomen,
daarom weet ik, dat Hij mij ook mijn deel doet toekomen. |
|
|
|
|
7 |
Choral |
7 |
Koraal (koor) [s, a, t, b] |
|
Oboe I/II e Violino I col Soprano, Violino II coll'Alto, Viola col Tenore, Continuo |
|
Gott hat die Erde zugericht',
Lässts an Nahrung mangeln nicht;
Berg und Tal, die macht er nass,
Dass dem Vieh auch wächst sein Gras;
Aus der Erden Wein und Brot
Schaffet Gott und gibts uns satt,
Dass der Mensch sein Leben bat. |
|
God heeft de aarde toebereid,
Hij laat het niet aan voedsel ontbreken;
berg en dal, die maakt Hij nat,
opdat ook voor het vee het gras groeit.
Uit de aarde verschaft God ons wijn en brood,
en hij geeft er ons genoeg van,
opdat de mens zal leven. |
|
Wir danken sehr und bitten ihn,
Dass er uns geb des Geistes Sinn,
Dass wir solches recht verstehn,
Stets in sein' Geboten gehn,
Seinen Namen machen groß
In Christo ohn Unterlass:
So sing'n wir recht das Gratias. |
|
Wij zijn zeer dankbaar en vragen Hem.
dat Hij ons een ontvankelijke geest moge geven,
opdat wij zulke dingen goed verstaan,
steeds naar Zijn geboden leven,
Zijn naam groot maken
in Christus zonder ophouden:
daarom zingen wij terecht het Gratias. |
|
|
|
|
-- |
Vertaling: Henk Pijlman |
Contributed by Eduard van Hengel (January 2007) |