Cantata BWV 140
Wachet auf, ruft uns die Stimme
Dutch Translation with Biblical references
Cantata BWV 140 - Op, waakt op! zo laat zich horen |
VERTALING van BWV 140 |
bijbelse referenties |
1. Koraal
Op, waakt op! zo laat zich horen
de roep der wachters op de toren:
Waak op, gij stad Jeruzalem !
Middernacht is aangebroken;
wij worden door hen aangesproken:
gij wijze maagden, waar zijt gij ?
Sta op ! de Bruidegom naakt;
Ontsteekt uw lampen – waakt!
Halleluja,
maakt u gereed
voor ’tbruiloftsfeest.
gij moet Hem ijlings tegengaan.” |
[Mattheus 25:1-13]
[Jesaja 21:11-12] |
2. Recitatief
Hij komt, hij komt,
de bruidegom komt !
Naar buiten ! gij dochters van Sion
Zijn Uitgang spoedt zich uit den hoge
naar het huis van uw moeder.
De bruidegom komt, als een ree
als een jong hert springt hij op de heuvels
en brengt u het bruiloftsmaal.
Waakt op, wordt wakker !
Om de bruidegom te ontvangen !
Kijk, daar komt hij al aan. |
[Hooglied 3: 11]
[Lukas 1: 78]
[Hooglied 3: 4]
[Hooglied 2: 9,17] |
3. Aria - duet
Sopraan:
Wanneer kom je, mijn heil
Bas:
Ik kom, uw deel
Sopraan:
Ik wacht terwijl de olie brandt
Sopraan/Bas:
(Doe open/Ik open) de zaal
voor het hemelse maal.
Sopraan:
Kom, Jezus
Bas:
Kom, mijn lieve ziel. |
[Jesaja 62:11]
[Ps 16:5, 73:26; 119:57; 142:5] |
4. Koraal
Sion hoort de wachters zingen,
zij voelt het hart van vreugd opspringen,
Z’ontwaakt meteen, staat haastig op.
Haar geliefde daalt nu stralend neder,
in waarheid sterk, in liefde teder,
haar licht breekt door, haar ster gaat op.
Kom nu, gij aardrijks kroon,
Heer Jezus, ’s Vaders Zoon !
Zingt hosannna !
Komt allemaal
naar de feestzaal,
en vier met ons het avondmaal ! |
[Mattheus 25:1-13; Mattheus 22: 1-10; Openbaring 19: 7-9]
[Num 24:17] |
5. Recitatief
Kom maar bij mij naar binnen,
gij, mijn uitverkoren bruid !
Ik heb mij aan u als bruidegom verbonden
van eeuwigheid af.
U wil ik op mijn hart,
op mijn arm als een zegel zetten
en uw bedroefde oog verblijden.
Vergeet nu, o ziel,
de angst en de smarten
die u hebt moeten dulden;
Op mijn linker zult gij rusten
En mijn rechter zal u kussen. |
[Hosea 2: 18/19]
[Hooglied 8: 6]
[Hooglied 8:3] |
6. Aria - Duet
Sopraan:
Mijn geliefde is van mij,
Bas:
en ik ben van hem,
beide:
Deze liefde mag niets scheiden.
(Sopraan/Bas):
Ik (wil/Gij zult) met (u/mij) temidden van hemelse rozen weiden,
beide:
Waar volheid van vreugde en gelukzaligheid zal zijn. |
[Hooglied 6: 3]
[Hooglied 6:3]
[Ps 16:11] |
7. Koraal
‘Gloria’ zij u gezongenmet
met mensen- en met englentongen
met snarenspel en cymbeltoon.
Paarlen zijn der poorten bogen,
in uwe stad zo opgetogen,
met englen dansen we om uw troon.
Geen oog heeft ooit vermoed,
geen oor heeft ooit gehoord
zulk een vreugde.
Blij zingen wij,
hojo, hojo !
eeuwig ‘in dulci jubilo’ |
[Openbaring 21]
[Openbaring 5:13; 7:11-12]
[Psalm 150]
[Openbaring 21:12]
[1 Korinthiers 2:9] |
-- |
|
Dick Wursten 19/12/2002
Om in één oogopslag de innige band tussen deze cantatetekst en enkele passages uit het 'Hooglied' te zien: http://home.tiscali.be/wursten/hooglied.htm |
Dutch Translation by Dick Wursten (December 2002)
Contributed by Dick Wursten (December 2002) |