Wir glauben all an einen Gott,
Schöpfer Himmels und der Erden,
der sich zum Vater geben hat,
dass wir sein Kinder werden.
Er will uns allzeit ernähren,
Leib und Seel auch wohl bewahren;
allem Unfall will er wehren,
kein Leid soll uns widerfahren.
Er sorget für uns, hüt' und wacht;
es steht alles in seiner Macht. |
Wij geloven allemaal in één God,
schepper van hemel en aarde,
die onze vader is geworden,
zodat wij zijn kinderen kunnen zijn.
Hij wil ons altijd voeden,
lichaam en ziel ook goed bewaren;
elk ongeluk wil hij afweren,
geen leed moet ons treffen.
Hij zorgt voor ons, behoedt ons en waakt;
hij heeft alles in zijn macht. |